16 augustus 2009

Late wraak

Waarom heb je de politie niet gebeld? Zoals bij de meeste vragen was het stellen van deze vraag makkelijker dan het beantwoorden daarvan. Eigenlijk was het heel simpel, voor mij dan, maar daarmee nog niet voor een ander. Laat ik beginnen met een schets van de situatie.

Wij wonen in het centrum van Utrecht: huisje, tuintje en autootje voor de deur als je mazzel hebt. Volgens ervaren (maar ook onervaren) makelaars wonen we in een courante jaren ’30 woning. Eigenlijk zijn we gek dat we het niet op Funda zetten, zelfs in deze tijden, maar dat ter zijde. Achter onze courante woning bevindt zich een prachtig hofje, met hoge bomen en veel groen. Deze verborgen tuin hoort bij een oude school, die tegenwoordig deels doorgaat als cultureel centrum en deels als verblijfplaats voor internationale studenten. En daar begint de ellende!

Internationale studenten wijken op een aantal fronten af van de Utrechtse. Ze spreken natuurlijk een andere taal: we horen Spaans, Italiaans, Engels (VS) en soms wat Slavisch gebrabbel. Verder zijn ze vaak alweer vertrokken voordat je ze op straat begint te herkennen. Deze kenmerken creëren onder hen een gevoel van saamhorigheid. Voeg daarbij het verlangen om er in een half jaar “alles uit te halen wat erin zit” en we kunnen spreken van een hoop dynamiek in onze achtertuin… Ieder jaar komt dit tot een climax, maar dit jaar was echt het toppunt.

Dit jaar werd ik wakker geschreeuwd door een zelfverklaarde band die vanaf een uur of 5 een U2-achtig concert meende te moeten geven op het dak van de oude school. Het rauwe geluid vergezeld van vreemde taal kwam steeds dichterbij. En als het dan even wegviel werd de leegte meteen opgevuld door harde kreten, geplop en stuiterende kroonkurken. Een uur lang probeerde ik door te slapen, terwijl ik mijn hoofd tussen kussen en matras probeerde kwijt te raken. Helaas ging mijn brein aan, ik dacht aan mijn studententijd: “Hoe dronken zijn ze? Zal ik er heen lopen? Of er een scène van maken als in de film Karakter en dat in mijn blote kont doen? Dat zal ze afschrikken. Of niet natuurlijk. Misschien moet ik er een paar tennisballen naar toe slaan vanuit mijn tuin met de tekst “Shut up” erop”… Mijn slaap was voorbij. Nog geen kwartier later, om kwart over 6 inderdaad, zat ik op mijn racefiets mijn frustratie weg te rijden. Terwijl ik naar het hypnotiserende gedraai van mijn voorwiel keek, viel alles ineens op zijn plaats.

Het leven is cyclisch. Dit verhaal gaat over ouder worden, hopelijk wijzer, over tolerantie en inbeeldingsvermogen. Maar bovenal over het terugkerende patroon in mensenlevens. Ongeveer 15 jaar geleden stond ik met mijn vriend Erik onze jaarliederen om 6 uur ’s ochtends de Groningse binnenstad in te schreeuwen. Niet op de Grote Markt, waar het feit wellicht onopgemerkt was gebleven, maar vanaf het balkon van ons eigen huis. Een klein balkonnetje met prachtig uitzicht over een stadse binnentuin, waar weer tientallen andere huizen aan grensden. Huizen die bewoond werden door brave burgers, vaders en moeders die de volgende dag weer moesten werken. Enfin, u snapt waar ik heen wil.

Ik heb de politie niet gebeld, want het gaat hier ook over boetedoening: de wraak van de Groningse burger was langs geweest. Ik had hem al een tijdje verwacht.

Labels:

30 juli 2009

Online prikpijn

Een renner die niet kan internetten,
Is als een Twitteraar zonder een tweet,
Niemand die van zijn ritwinsten geniet,
Als je niet op bloedtesten kan letten.

Pas als hij “dopingvrij” in kan tikken,
Zal men echt door hem heen kunnen prikken.



… naar aanleiding van persbericht over Wiggins (No. 4 in Tour ’09)
om de uitslagen van zijn bloedtesten te publiceren…

Labels: ,

09 juni 2009

RF=14

De 14e keer was het raak. Of ik het nou wilde of niet, de gebruikelijke tranen van Roger maakten deze keer ook mijn ogen nat. Een paar jaar terug zou ik nog hebben opgemerkt dat hij die zoute druppels moest inruilen voor bruisende, het liefst rijk vloeiend vanuit die beker in zijn handen of op zijn hoofd. Daar is het welgevormde edelmetaal uiteindelijk toch voor bedoeld. Sommige Spaanse tennissers - ik noem geen namen - denken dat je er in moet bijten, maar die beten zich stuk. Hij won, viel om en weende… ik met hem, waarom?

Statistieken zijn, hoewel soms misleidend, heerlijk om over te schrijven en een prestatie aan af te meten. De ‘calculaties’ rond Federer, over de bijna onmogelijke volmaking van de Roger-slam (alle 4 Grand Slams winnen) en eventuele evenaring van Pete Sampras’ record van 14, zijn hét voorbeeld daarvan. Zelf houd ik al mijn golfrondjes bij in een freaky Excelsheet. Het zal niemand verbazen dat er anno 2009 een hoop lichtpuntjes in terug te vinden zijn. Toch wordt dit jaar pas echt onvergetelijk als het handicapgrafiekje met 3 punten daalt. Ik ga nog even door: 19 keer in een Grand Slam finale, de zesde speler ooit worden die ze allemaal wint, maar ook 3 verloren finales in Parijs op rij. We hebben het allemaal ontelbare keren gelezen of gehoord, om gek van te worden.

Söderling, zijn tegenstander in de laatste finale, grapte zaterdag nog dat niemand hem 10 keer op rij zou kunnen verslaan (de head-to-head met Federer was 0-9 in zijn nadeel). Zondag na de wedstrijd trok hij met zijn Zweedse gevoel voor humor alle sportregisteraccountants (en een beetje zichzelf) in het belachelijke door voor een vol stadion te beweren dat 11 keer toch echt onmogelijk zou zijn. Maar het onmogelijke was al volbracht: wie had dat nog gedacht?

Misschien waren het zijn tranen na de zoveelste verloren finale (5e) tegen Nemesis Nadal, eerder dit jaar in Australië, die nu doorsijpelden in mijn hoofd. Wellicht sta ik er als zachtmoedige vader gewoonweg meer voor open. Het zal allemaal mee hebben geteld, maar het commentaar van Marcella Mesker op Nederland 1 deed de emmer overlopen. Hoorbaar aangedaan beschreef ze Roger’s emoties, waarna ze met trillende stem nog éénmaal de gevolgen voor zijn eeuwige Excelsheet voorrekende…

Labels: ,

13 mei 2009

Oude forens te voet

Hij houdt me al maanden bezig. Dat kleine mannetje bij ons in de straat: maximaal 1 meter 60 lang, gebogen, minstens 80 jaar oud. Voor zover ik weet woont hij niet in onze buurt, maar wel op loopafstand daarvandaan. Bijna elke ochtend, wanneer ik de deur achter me dicht trek, kom ik hem tegen. Het zou me niets verbazen als hij deze dagelijkse route al jaren neemt. Op één of andere manier valt hij amper op, alsof hij in een andere dimensie leeft. Zijn blik is geconcentreerd op een denkbeeldig punt 10 meter voor hem op de stoep. Ogenschijnlijk ontoegankelijk, maar allesbehalve doelloos, laat staan zielloos, soms melancholisch. Het is me nog niet gelukt om oogcontact met hem te krijgen. Sterker nog, tot nu toe heb ik hem slechts één keer zien afwijken van zijn richtpunt.
Het gebeurde letterlijk voor mijn deur, toen een klein meisje ineens vlak voor hem langs rende. Ik vraag me af of ze hem überhaupt wel heeft gezien. Hij schrok even van haar en stokte, zijn wenkbrauwen kwamen omhoog, pupillen verwijdden, waarna er heel kort een glimlach op zijn gezicht verscheen. Dat was mijn moment geweest om hem aan te schieten, maar ik liet hem gaan. Waarom weet ik niet precies. Het zou te maken kunnen hebben met de mystiek van zijn verschijning.
Deze man, met zijn licht versleten leren schrijfmap, die eeuwige groene jas, zijn langzame tred en zijn grijze haar in de keurige scheiding. Deze forens te voet loopt vlak onder je bewustzijn door. Pas als je hem ettelijke keren achteloos hebt geregistreerd, als een reclamebord in een weiland, duikt hij echt in je gezichtsveld op. Tegen die tijd is er wel sprake van een onuitwisbaar signalement. Een signalement zonder verhaal welteverstaan. Wat is zijn verhaal?
De manier waarop hij uit zijn ogen kijkt kan wijzen op eenzaamheid. Of is dat mijn stereotype angstbeeld van alleenstaande hoogbejaarde mensen? De schrijfmap past juist weer niet in dat beeld. Deze verraadt een hobby, wie weet passie of juist functie in de maatschappij. Waar hij elke dag dan ook moet zijn, hij is er zonder twijfel eerder dan ik! Misschien is dat het wel, dat hij ondanks zijn eventuele eenzaamheid en verdriet nog zo gefocust door het leven gaat. Deze oeverloze theorie verschaft hem mijn sprakeloos respect.
Soms kom ik hem aan het einde van de dag weer tegen, zij het in tegengestelde richting en aan de andere kant van de straat. Nee, onvoorspelbaar zijn onze ontmoetingen niet. Meestal oogt hij wat vermoeider, hoewel meer ontspannen. Een beter moment om contact te leggen? Helaas, het meisje lijkt een andere route huiswaarts te hebben.

Labels:

01 april 2009

Neus voor lente

Geen enkel fervent buitenmens,
Kan geduld nog lang bezweren,
Verhit door een vurige wens,
Is het credo speculeren.

Wanneer de lente echt begint,
Weet kalender, krant noch kaart,
Waar men wel de oorsprong vindt,
Heerst de geur van april na maart.

Zouden we blind door ‘t leven gaan,
Worden de eerste signalen,
Toch gevat door ons reukorgaan,
Waarmee we lente binnenhalen.

Als de vogels zouden zwijgen,
Hun voorjaarslied niet hoorbaar is,
Zal men toch de kriebels krijgen,
Van nabije bloesems, pril en fris.

Zelfs het warme asfalt verraadt,
Na een uurtje hevige plens,
Door het broeien van de straat,
Het seizoen van de buitenmens.

Labels: ,

18 maart 2009

Sportief commentaar

Eigenlijk had ik me voorgenomen om er gisteravond tijdens Ajax-Olympique Marseille ouderwets op los te zappen. Voor de minder wispelturige types onder ons zal ik uitleggen wat ik daarmee bedoel. Op dit soort avonden probeer ik die B-film op Net-5 te volgen en de wekelijkse golfrubriek op Eurosport, zonder ook maar een goal te missen. Je begrijpt dat dit normaal gesproken gepaard gaat met efficiënt geschakel. Het is een kunst om de langverwachte zoen op kanaal 9 zo te “plannen” dat deze tussen balovername en beslissende voorzet valt op 3. Hier wil ik nog twee dingen aan toevoegen: ik doe dit alleen als ik in mijn eentje kijk (dit moet je een ander niet aandoen) en - nee - ik ben geen tv-verslaafde. Terug naar de wedstrijd.
Het zappen maakte plaats voor een ouderwets UEFA-cup avondje. Dat kwam niet door het vertoonde spel van beide teams, niet door de spanning van de knock-out fase, maar door het commentaar van Jeroen Gruter. Deze verslaggever is voor mij al enige tijd onovertroffen. Aanvankelijk associeerde ik hem vooral met die fenomenale zwemcomments: “ Van den Hoogenband… Van den Hoogenband!” Het zit hem niet in de woorden zelf, want iedereen kan de naam van ’s lands beste zwemmer ooit scanderen. Maar niemand kan een sportmoment naar een climax toe praten zoals hij, dus ook niet langs het voetbalveld. Koning van de pauze, afgewisseld met stemverheffingen, waardoor hij je meevoert in zijn beleving.
Professioneel is het prachtig, privé lijkt het me lastig. Probeer je eens voor te stellen hoe hij zijn vriendin ten huwelijk zou vragen… ze overleeft het waarschijnlijk niet! Net zoals Ajax de achtste finale van gisteren niet overleefde. Het doet er eigenlijk niet toe: de clou op Net-5 is me ook ontgaan.

Labels: ,

25 februari 2009

De slimste vragen over Papadag…

Waarom is er wel een Papa- maar geen Mamadag?
Blijft mama bij het kind, dan is het maandag of dinsdag (enzovoort), papa krijgt zowaar een vernoeming. Dat is vreemd. Er lopen door de week toch meer mama’s dan papa’s achter de kinderwagen! Laat ik er bij zeggen dat mijn verbazing vooral slaat op jonge gezinnen van zogenaamde tweeverdieners. Moeders nemen in onze maatschappij nog steeds de meeste dagelijkse zorg van een kind op zich. Het eerste alternatief is de crèche of een oppasmoeder (ook weer een vrouw), en dan komt de vader pas om de hoek zetten. Juist omdat het minder voorkomt krijgt de vaderlijke dag een eigen naam. Positieve discriminatie in terminologie is het antwoord.

Schrijf je dat nou met 2 of 3 p’s?
Ik houd het bij 2 p’s, omdat het wat flitsender oogt, maar ik zal het ook enige historische argumentatie geven. De Van Dale heeft sinds de eerste druk (1872) papa opgenomen als leenwoord uit het Frans. Pas in 1961 is pappa toegevoegd. Zowel Papadag als Pappadag staan er tot op heden niet in. Gebruik van 2 p’s lijkt mij op basis van anciënniteit simpelweg het meest gerechtvaardigd.

Papadag of oppassen?
Het betreft hier een typisch what’s-in-a-name-geval. Het eerste is een beetje een modieuze term, waar sommige ouders een enorme aversie tegen zouden hebben. Ik vind dat het wel lekker bekt en heb er geen problemen mee als een marktkoopvrouw mij genegen aankijkt en “zeker papadag?” uitroept in plaats van “5 bossen voor 10 euro!”. In mijn omgeving is er geen verbod op het woord, mits men ook niet raar opkijkt van de moederlijke tegenhanger. Nee, dan oppassen… Als ouder pas je wat mij betreft per definitie niet op je eigen kind. Het gaat hier immers niet om de poedel van de overburen of de laptoptas van degene op stoel 12B naast je.

Hoeveel papa’s hebben een dag en hoeveel zouden het willen?
Vier op de vijf vaders werkt voltijds tegen slechts één vijfde van de moeders. Van de voltijd werkende vaders zou tweederde wel een dagje minder willen, maar een meerderheid daarvan wil daar geen salaris voor inleveren, zoals blijkt uit onderzoek van TNS Nipo. CBS meldt nog wel nog dat het aantal deeltijd-papa’s (onder tweeverdieners) sinds 1995 ruim is verdubbeld. Elke werkweek gaan er zo’n 64.000 vaders een dagje met hun kleine uk op uit.

Waarom zijn er geen boeken over de Papadag?
Je wordt letterlijk doodgegooid met boeken voor vader en kind: over knutselen, opvoeden en de vaderlijke band. Maar in het bovenstaande thema is er eigenlijk niets verkrijgbaar, zoek zelf maar eens op het web. Het gaat hier niet om herkenning van huiltjes, vliegtuigjes vouwen of aanmelden voor de kleuterschool (liefst al voor de geboorte), maar om er één keer in de week een topdag van te maken. De enige uitzondering hierop is een boek vol illustraties van Philip Waechter met wat geestige oneliners. Helaas is de titel 'verkeerd' gespeld, zoals net nog empirisch vastgesteld: Pappadag.

Waarom schrijf je überhaupt over Papadagen?
Je moet toch wat doen hebben als de kleine slaapt.

Labels:

29 januari 2009

Staren

Je bent één, bestaat een jaar,
Ik schrik als ik naar je staar.
Hoe snel groeide je tot een ik?
Ogen die intens opzogen,
Maar van vragend ombogen,
In een zelfverzekerde blik,
Present en opgetogen.

Maanden worden nu jaren,
Terwijl ik maar blijf staren.
Praten lijkt haast overbodig,
Lichaamstaal doet al verkeren,
Toch blijf je het proberen,
Vind je het bovenal nodig,
Wil in woorden te formeren.

Straks zijn deze zinnen verjaard.
Nimmer raak ik uitgestaard,
Genietend van al wat je bent.
Je kroop, knielde en ging staan,
Stapvoets maak je nu ruim baan,
Geen baby maar een kleine vent,
Man, wat is het snel gegaan!


Labels:

19 januari 2009

Doeke = 1


Labels: ,

12 januari 2009

Laatste weekend schaatsen?

Zaterdag - Strand Horst








Zondag - Plassentocht Breukeleveen







Labels: ,

04 januari 2009

Schaatsen!



















Molenpolder (Maarssen)

Labels:

02 januari 2009

Nieuwjaarsduik

Ik heb voor het eerst nieuwjaar gedoken,
Het is me alleen niet goed bevallen,
De kou leek mijn feest niet te verknallen,
Tot mijn neus op het ijs bleek gebroken.

Vanaf heden, het is even wennen,
Zal ik de sprong op 1 juli plannen.

Labels:

30 december 2008

Schaatsen

Schaatsen zit ons in het bloed, althans dat wordt er altijd beweerd. Ik vroeg me laatst af of dit nou ook voor mij geldt? Mijn techniek is uiterst belabberd te noemen en ik mijd elke ijshal. Maar waarom weet ik dan wel waar mijn Unox-muts opgeborgen ligt en hoe dik het ijs vandaag is?

Om te beginnen met mijn schaatsen: lage noren op skischoenen. Ze zien er niet uit, maar twee dingen houden mij op de been. Ten eerste rijdt bijna elke ijsprikker er tegenwoordig mee. En verder lukt het me meestal – zij het met enige moeite - om er een wijde spijkerbroek overheen te trekken… net echt!
Dan is er natuurlijk het ijs, met de nadruk op natuurlijk. Luguber gesteld: je zult mij niet levend boven een koelmachine terugvinden. Het gaat om die combinatie van rechtdoor schaatsen en niet steeds pootje over moeten (een handeling waarbij ik sowieso last heb van overstuur), het landschap om je heen en de strijd tegen de elementen. Dat alles ontbreekt er in de hal. Zonder winter is er dus meteen niks aan. Maar als het éénmaal begint te vriezen, kan ik niet wachten om met toegeknepen ogen tegen felle zon en wind in te schaatsen.
Het zijn de gesprekken over die heroïsche tocht langs krakende stukken en het al dan niet inrijden van een wak. Wat moet je doen als je onder het ijs terecht komt? Overleven, net als in de Tocht der Tochten. Alle Elfstedentochten die in mijn korte leven plaatsvonden heb ik meegemaakt. Deze zin laat ik bewust opvolgen door een inhoudsloze zin om de lezer de indruk te geven dat dit steeds als schaatser was. Nee, het was in ’85 en ’86 als kwast- en in '97 als Berenburgdrinkende toeschouwer. Kijkend naar W.A. van Buren in zijn Marlboro-jas, of naar Henk Angenent, alias de Spruitjeskoning. De Hoempapa bandjes langs de kant, stempelposten en Unox-mutsen. Allemaal mooi Hollands folklore.
Schaatsen is voor mij dus meer beleving dan beweging. Maar het zit me wel degelijk in het bloed. Toch denk ik dat ik die muts dit jaar maar eens laat liggen.

Labels: ,

16 december 2008

Druk II

Als je besluit binnenkort te trouwen,
In een oldtimer die je restaureert,
Je afstudeert en het vaderschap leert,
Maar ook aan huis en baan wil gaan bouwen,

Kan ik me, zonder enig aandikken,
Naar de gevleugelde term “druk” schikken.

Labels:

15 december 2008

Druk

Dagelijks klinkt de vraag hoe die nu gaat,
Juist in het antwoord zit hem het cliché,
Daarin deelt eenieder zijn drukte mee,
Rennen en stress houden ons van de straat.

Herhaling kent hierin totaal geen maat,
Ietwat overdreven naar mijn idee,
Al is geen leven altijd pais en vree,
Doorlopend druk is iets wat niet bestaat.

Toch wordt het ons gewillig en gedwee,
Door anderen continu aangepraat,
Ren je niet mee, lijk je terstond passé,

Ik pretendeer hierbij geen wijze raad,
Maar een toegeeflijk: “Rustig en oké”,
Houdt ieder zonder meer ook van de straat.

Labels:

13 november 2008

Doeke's dagje Amsterdam

Programma: doen wat de locals doen, cultureel verantwoorde tussenstop en feesten:

Met de Bugaboo door het Vondelpark, daar mag het uiteraard niet aan ontbreken. Het Vondelvehikel bij uitstek... Toen we even later door de P.C. Hooftstraat liepen hadden we op één of andere manier niet meer dat idee.

Gastronomische pitstop op een verlaten rokersplekje in de tuin naast het Rijksmuseum. Wellicht herken je de werken op de buitenmuur? Na deze versnapering gingen we met onze e-tickets via de "fastlane" naar binnen en direct naar Damien Hirst zijn expositie...

De schedel "For the Love of God" met 8601 diamanten. Camera's en kinderwagens verboden. Maar met Doeke op de arm heb ik toch stiekem deze foto gemaakt. Mislukt maar leuk door het lichteffect (klik op foto voor vergroting). "Da!" zei Doeke steeds. De bewaking grapte dat hij het wel mee wilde nemen. Terwijl ik m'n camera wegstopte antwoordde ik trots dat hij in elk geval niet bang was.

Wie kan er nou zeggen dat ie in z'n eerste levensjaar de Nachtwacht heeft gezien? Ik niet, maar Doeke wel. Hier is het bewijs! Na bling bling en Nachtwacht zat dit bliksembezoek er al weer op. We moesten per slot van rekening nog naar het feest van ome E.

Gelukkig hadden we daar na deze enerverende dag nog voldoende puf voor!

Labels: ,

07 november 2008

Onveilig Utrecht

Onveilig! Onveilig!
Utrecht is koploper,
Centrum van delicten,
Mijn gemeente.
Eerste in de laatste
Criminologische
Meting: huiver en wee
Je gebeente!



Naar aanleiding van dit bericht.
Dichtvorm: Ollekebolleke.

Labels: ,

24 oktober 2008

Gloeipoes

In deze tijd van verdwijnend krediet,
Heeft wetenschap ons verlichting gebracht:
Met katten die gloeien tijdens de nacht.
Meer dan brokken en melk kosten ze niet.

Na peer is spaarlamp straks dus ook passé,
Een kat gaat immers negen levens mee!



Naar aanleiding van dit bericht, ter opvolging van dit gedicht.

Labels:

03 oktober 2008

Terug naar Groningen


Terug naar Groningen

~

O stad waar mijn leven, het leven begon,
Metropool zonder er op te lijken,
Laat me je van een afstand bekijken.
Toren, stadjers, gele straten in de zon.

O land van akkers, borgen en dijken,
Aaneengebonden door kronkelend beton,
Zo mooi dat zelfs Ede’s taal ontroeren kon.
Ben ik er nog steeds onder gelijken?

Waar ik blijf bewonderen en eren,
Zoals een toerist in een verre stad,
Verdwijnt de identiteit die ik had.

Hoeveel tijd rest mij om terug te keren,
Er weer achteloos door te flaneren?
Groningen, eens ben ik de Randstad zat.

~

Labels: ,

30 september 2008

Mannendag


Het was mooi weer, maar ondanks dat besloot mama met tante F de laatste zonuren van het seizoen door te brengen in de paskamer. Zo werd afgelopen zondag ineens een ware mannendag. Doeke met ome N en papa cruisen in de cabrio naar - waar anders - de zee. Onze timing bleek perfect. Waar we twee jaar terug net te laat waren (zie derde foto post okt. ’06), vonden we ons eergisteren terug in een happening die je met recht seizoensafsluiter mag noemen. Bloomingdale: iedereen ging er nog één keer op uit, zo zomers als de temperatuur maar toeliet. Wij dus ook... two men and a baby, het heeft wel wat bekijks. Zeker wanneer ze elkaar constant aan het fotograferen en filmen zijn. Hieronder wat foto’s van Doeke’s belevenissen:





Labels: ,

Powered by Blogger

© 2010 Datzodoende - All rights reserved