Tourhelden
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEihMzI_2-cO939BNVxUN6ZlcCaM85mdtux5ELn9v0upz7q_kHePj4YZvZj2GVFJcB1EkzIgKT_HWyL3bnR_BJbMt9d9XIbiMnC6sQ1hl5YCcWHFCYrChqBHuTcWHxBmaRAnQCI6/s200/fiets.jpg)
De Tour is dood… leve de Tour! Sinds de tweede helft van de vorige eeuw overleeft het grootste Franse sportevenement het ene schandaal na het andere. Zondaars en winnaars wisselden elkaar af, of bleken één en dezelfde persoon. Als sportfan heb ik daar ongeveer 25 jaar van mee kunnen “genieten”. Heldendaden inspireren en wil je kopiëren. Tijdens een potje voetballen willen we allemaal Ronaldinho zijn, dat is helder. Maar als welke renner moet ik nu de Maarnse berg op?
Het is zomer, juli 1989, de tijd waarin mijn vakanties nog oneindig lang leken te duren. Mijn vader en ik hebben net onze racefietsen schoongemaakt en de ingevette kettingen weer om de tandwielen gelegd. De Tour is immers al begonnen! Onze eigen Breukink heeft de proloog gewonnen en zelfs het geel gedragen, terwijl Theunisse onderweg is naar de bolletjestrui. De zon schijnt en we besluiten om onze zojuist “gesoigneerde” fietsen te gaan testen. In het kielzog van mijn vader voer ik een interne strijd: ben ik nu Breukink of toch favoriet LeMond? Theunisse is geen optie, niet vanwege zijn uiterlijk, maar om zijn mogelijke “gebruik” in de Tour van het afgelopen jaar.
Een paar weken daarvoor was de keuze veel eenvoudiger: de extroverte Becker versloeg ijskonijn Edberg in de finale van Wimbledon en ik deed het op onze plaatselijke tennisbaan nog eens dunnetjes over. Maar het racket is al lang weer opgeborgen en ingeruild voor een racefiets. Halverwege ons rondje om het Lauwersmeer verliest mijn chauvinisme het van de gele trui van LeMond. Kort daarop neem ik, zoals het een echte Tourwinnaar betaamt, de kop in de volle wind over.
Een paar weken daarvoor was de keuze veel eenvoudiger: de extroverte Becker versloeg ijskonijn Edberg in de finale van Wimbledon en ik deed het op onze plaatselijke tennisbaan nog eens dunnetjes over. Maar het racket is al lang weer opgeborgen en ingeruild voor een racefiets. Halverwege ons rondje om het Lauwersmeer verliest mijn chauvinisme het van de gele trui van LeMond. Kort daarop neem ik, zoals het een echte Tourwinnaar betaamt, de kop in de volle wind over.
Het is zomer, juli 2007, vorige week voerde ik nog een discussie met mijn vader, hij vond het hele wielrennen geen bal meer aan: “één grote dopingshow”. Ik stelde dat een beetje doping “er nou éénmaal bij hoorde” en dat dit in de zogenaamde heldenjaren van Zoetemelk – waar we allemaal voor de buis zaten - ook al zo was. De discussie verstomde in een sur place. Nu, een week later moet ik hem toch gelijk geven, elke winnaar blijkt een zondaar. De spanning is weg, er zijn geen echte helden meer. Zijn ze er ooit wel geweest?
Ze zeggen wel eens dat mannen hun leven lang kinderen blijven, gevoed door een onschuldig enthousiasme. Kijkend naar mezelf kan ik me daar grotendeels in vinden, als het om de beleving van sport gaat al helemaal. Het is echter de vraag of de Tour de France dergelijk enthousiasme nog verdient? De Tour is zijn onschuld kwijt. De Tour is dood… leve de Tour, maar mijn vader en ik moeten onze ketting nog invetten.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home