Neus voor lente
Geen enkel fervent buitenmens,
Kan geduld nog lang bezweren,
Verhit door een vurige wens,
Is het credo speculeren.
Wanneer de lente echt begint,
Weet kalender, krant noch kaart,
Waar men wel de oorsprong vindt,
Heerst de geur van april na maart.
Zouden we blind door ‘t leven gaan,
Worden de eerste signalen,
Toch gevat door ons reukorgaan,
Waarmee we lente binnenhalen.
Als de vogels zouden zwijgen,
Hun voorjaarslied niet hoorbaar is,
Zal men toch de kriebels krijgen,
Van nabije bloesems, pril en fris.
Zelfs het warme asfalt verraadt,
Na een uurtje hevige plens,
Door het broeien van de straat,
Het seizoen van de buitenmens.
Kan geduld nog lang bezweren,
Verhit door een vurige wens,
Is het credo speculeren.
Wanneer de lente echt begint,
Weet kalender, krant noch kaart,
Waar men wel de oorsprong vindt,
Heerst de geur van april na maart.
Zouden we blind door ‘t leven gaan,
Worden de eerste signalen,
Toch gevat door ons reukorgaan,
Waarmee we lente binnenhalen.
Als de vogels zouden zwijgen,
Hun voorjaarslied niet hoorbaar is,
Zal men toch de kriebels krijgen,
Van nabije bloesems, pril en fris.
Zelfs het warme asfalt verraadt,
Na een uurtje hevige plens,
Door het broeien van de straat,
Het seizoen van de buitenmens.