De slimste vragen over Papadag…
Waarom is er wel een Papa- maar geen Mamadag?
Blijft mama bij het kind, dan is het maandag of dinsdag (enzovoort), papa krijgt zowaar een vernoeming. Dat is vreemd. Er lopen door de week toch meer mama’s dan papa’s achter de kinderwagen! Laat ik er bij zeggen dat mijn verbazing vooral slaat op jonge gezinnen van zogenaamde tweeverdieners. Moeders nemen in onze maatschappij nog steeds de meeste dagelijkse zorg van een kind op zich. Het eerste alternatief is de crèche of een oppasmoeder (ook weer een vrouw), en dan komt de vader pas om de hoek zetten. Juist omdat het minder voorkomt krijgt de vaderlijke dag een eigen naam. Positieve discriminatie in terminologie is het antwoord.
Schrijf je dat nou met 2 of 3 p’s?
Ik houd het bij 2 p’s, omdat het wat flitsender oogt, maar ik zal het ook enige historische argumentatie geven. De Van Dale heeft sinds de eerste druk (1872) papa opgenomen als leenwoord uit het Frans. Pas in 1961 is pappa toegevoegd. Zowel Papadag als Pappadag staan er tot op heden niet in. Gebruik van 2 p’s lijkt mij op basis van anciënniteit simpelweg het meest gerechtvaardigd.
Papadag of oppassen?
Het betreft hier een typisch what’s-in-a-name-geval. Het eerste is een beetje een modieuze term, waar sommige ouders een enorme aversie tegen zouden hebben. Ik vind dat het wel lekker bekt en heb er geen problemen mee als een marktkoopvrouw mij genegen aankijkt en “zeker papadag?” uitroept in plaats van “5 bossen voor 10 euro!”. In mijn omgeving is er geen verbod op het woord, mits men ook niet raar opkijkt van de moederlijke tegenhanger. Nee, dan oppassen… Als ouder pas je wat mij betreft per definitie niet op je eigen kind. Het gaat hier immers niet om de poedel van de overburen of de laptoptas van degene op stoel 12B naast je.
Hoeveel papa’s hebben een dag en hoeveel zouden het willen?
Vier op de vijf vaders werkt voltijds tegen slechts één vijfde van de moeders. Van de voltijd werkende vaders zou tweederde wel een dagje minder willen, maar een meerderheid daarvan wil daar geen salaris voor inleveren, zoals blijkt uit onderzoek van TNS Nipo. CBS meldt nog wel nog dat het aantal deeltijd-papa’s (onder tweeverdieners) sinds 1995 ruim is verdubbeld. Elke werkweek gaan er zo’n 64.000 vaders een dagje met hun kleine uk op uit.
Waarom zijn er geen boeken over de Papadag?
Je wordt letterlijk doodgegooid met boeken voor vader en kind: over knutselen, opvoeden en de vaderlijke band. Maar in het bovenstaande thema is er eigenlijk niets verkrijgbaar, zoek zelf maar eens op het web. Het gaat hier niet om herkenning van huiltjes, vliegtuigjes vouwen of aanmelden voor de kleuterschool (liefst al voor de geboorte), maar om er één keer in de week een topdag van te maken. De enige uitzondering hierop is een boek vol illustraties van Philip Waechter met wat geestige oneliners. Helaas is de titel 'verkeerd' gespeld, zoals net nog empirisch vastgesteld: Pappadag.
Waarom schrijf je überhaupt over Papadagen?
Je moet toch wat doen hebben als de kleine slaapt.
Blijft mama bij het kind, dan is het maandag of dinsdag (enzovoort), papa krijgt zowaar een vernoeming. Dat is vreemd. Er lopen door de week toch meer mama’s dan papa’s achter de kinderwagen! Laat ik er bij zeggen dat mijn verbazing vooral slaat op jonge gezinnen van zogenaamde tweeverdieners. Moeders nemen in onze maatschappij nog steeds de meeste dagelijkse zorg van een kind op zich. Het eerste alternatief is de crèche of een oppasmoeder (ook weer een vrouw), en dan komt de vader pas om de hoek zetten. Juist omdat het minder voorkomt krijgt de vaderlijke dag een eigen naam. Positieve discriminatie in terminologie is het antwoord.
Schrijf je dat nou met 2 of 3 p’s?
Ik houd het bij 2 p’s, omdat het wat flitsender oogt, maar ik zal het ook enige historische argumentatie geven. De Van Dale heeft sinds de eerste druk (1872) papa opgenomen als leenwoord uit het Frans. Pas in 1961 is pappa toegevoegd. Zowel Papadag als Pappadag staan er tot op heden niet in. Gebruik van 2 p’s lijkt mij op basis van anciënniteit simpelweg het meest gerechtvaardigd.
Papadag of oppassen?
Het betreft hier een typisch what’s-in-a-name-geval. Het eerste is een beetje een modieuze term, waar sommige ouders een enorme aversie tegen zouden hebben. Ik vind dat het wel lekker bekt en heb er geen problemen mee als een marktkoopvrouw mij genegen aankijkt en “zeker papadag?” uitroept in plaats van “5 bossen voor 10 euro!”. In mijn omgeving is er geen verbod op het woord, mits men ook niet raar opkijkt van de moederlijke tegenhanger. Nee, dan oppassen… Als ouder pas je wat mij betreft per definitie niet op je eigen kind. Het gaat hier immers niet om de poedel van de overburen of de laptoptas van degene op stoel 12B naast je.
Hoeveel papa’s hebben een dag en hoeveel zouden het willen?
Vier op de vijf vaders werkt voltijds tegen slechts één vijfde van de moeders. Van de voltijd werkende vaders zou tweederde wel een dagje minder willen, maar een meerderheid daarvan wil daar geen salaris voor inleveren, zoals blijkt uit onderzoek van TNS Nipo. CBS meldt nog wel nog dat het aantal deeltijd-papa’s (onder tweeverdieners) sinds 1995 ruim is verdubbeld. Elke werkweek gaan er zo’n 64.000 vaders een dagje met hun kleine uk op uit.
Waarom zijn er geen boeken over de Papadag?
Je wordt letterlijk doodgegooid met boeken voor vader en kind: over knutselen, opvoeden en de vaderlijke band. Maar in het bovenstaande thema is er eigenlijk niets verkrijgbaar, zoek zelf maar eens op het web. Het gaat hier niet om herkenning van huiltjes, vliegtuigjes vouwen of aanmelden voor de kleuterschool (liefst al voor de geboorte), maar om er één keer in de week een topdag van te maken. De enige uitzondering hierop is een boek vol illustraties van Philip Waechter met wat geestige oneliners. Helaas is de titel 'verkeerd' gespeld, zoals net nog empirisch vastgesteld: Pappadag.
Waarom schrijf je überhaupt over Papadagen?
Je moet toch wat doen hebben als de kleine slaapt.
Labels: Column