21 december 2007

Drie kerstclichés

Vandaag ben ik eigenlijk de gehele dag op pad. Van A naar E, met de drie voorspelbare tussenstations. Ik voel me behoorlijk belabberd, maar vertrouw op mijn stoelverwarming en de nodige arbeidsvitaminen van de radio. Radio 3FM welteverstaan, met het programma “Serious Request”, de veel te dure jukebox voor het goede doel zullen we maar zeggen. De kerstgedachte anno 2007, geld geven voor het horen van je favoriete lied (maar vooral ook je naam) in de ether. Het levert een tsunami aan requests op.

Dit jaar betreft het goede doel drinkwater en de ambitie om dit overal in de wereld zuiver aan te kunnen bieden. Terwijl dit voor de tiende keer wordt uitgelegd staar ik naar het flesje Evian dat ik net voor 2 euro (1% van de prijs voor een waterpomp) heb gekocht. Het staat halfvol voor me in de excentrieke bekerhouder - een optie buiten het basispakket - van mijn dashboard. Je hebt wel eens van die momenten waarop je je bijna clichématig schuldig voelt over je welzijn: “Nederland is het Wassenaar van de wereld”, klinkt het plotseling door mijn boxen. Rob Stenders kan er wel om lachen, ik knik bevestigend.

Terwijl ik door de waterrijke polder verder rijd, wordt mijn schuldgevoel vervangen door een andere gedachte. De klanken van het nieuws, ieder half uur hetzelfde maar zojuist met een nieuwe melding, doen mij opschrikken. Een automobilist is op de ringweg van Amsterdam door een vallende wandplaat om het leven gekomen. Ik probeer me het drama voor te stellen. Daar zit je dan, in je kooi van Faraday, nietsvermoedend file te rijden op de A10. Eigenlijk is er (na de bunker in Osdorp) geen veiligere plek op aarde. De geborgenheid van een auto met gordijn-airbags, centrale vergrendeling en kreukelzone tijdens een slakkengangetje van 30 km/h, kent zijn gelijke niet. En dan, net op het moment dat je jezelf volledig Bokitoproof voelt, valt er een plaat van een paar ton op je dak. De kwetsbaarheid van ons bestaan, Hans Teeuwen had het niet beter kunnen bedenken.

Ik snuit mijn reservezakdoek vol en druk de radio uit, het nieuws over de Hells Angels kan me zo vlak voor de kerst wel gestolen worden. De revanche van het OM - in de zaak tegen scootercollega Holleeder - volgt immers snel. Dan zie ik eindelijk de afslag. Nadat ik het winterse landschap in mij heb opgenomen neem ik me voor de radio pas na 26 december weer aan te zetten. Geef mij dit jaar maar een witte clichékerst. Een lang weekend met vrienden en familie zorgeloos cocoonen. De komende dagen laat ik mijn auto ook maar staan denk ik.

Labels:

19 december 2007

Haakse bergen

De strijd tussen Veenoord en Noordlaren,
Om het jaarlijkse recht van eerste ijs,
Kent voor de tweede keer op rij geen prijs,
Daar ze hen in Haaksbergen voor waren.

Hoe kan men, wellicht kunt u dit zeggen,
Een ijsbaan in steil gebergte leggen?

Labels: ,

14 december 2007

Puf daddy

(maar vooral mommy)

Heb je ooit wel eens 10 dikke buiken bij elkaar gezien? Wellicht op Koninginnedag bij de kroeg om de hoek, maar daar heb ik het niet over. Tien mooie dikke buiken, met trots gedragen, zwangere buiken. Voor mij was het afgelopen woensdag een “first-timer”… We liepen het gebouw binnen en kwamen een parade van moeders in spe op hun weg naar buiten tegen. Het gaat hier inderdaad over zwangerschapsgymnastiek en die ene les waar de mannen mee mogen (of moeten), ook wel pufles geheten. Lees verder om te weten hoe een man het beleeft:

Daar zit je dan. Iedere zwangerona (zoals mijn vrouw lieflijk door een vriendin wordt genoemd) kent de andere al, maar wij mannen kennen natuurlijk nog niemand. De zaal is ineens gevuld met een overdosis testosteron. Onbewust scant ieder van ons alle dames van top tot teen af om geheel objectief vast te stellen dat de vrouw naast je toch het mooist (zwanger) is. “Een beetje hypocriet” zul je denken. Dat vond ik van sommige mannen ook inderdaad.

Het is überhaupt een rare situatie, waar kerels enigszins onzeker van worden. En wat ga je als (Nederlandse) man dan doen? Grappen maken inderdaad. Deze breken het ijs en zorgen ervoor dat je wat hoger in de puflesroedel uitkomt. Voorspellingen als: “Onze kleine smurf wordt natuurlijk op 12 januari om 2 uur geboren”, waren niet van de lucht. Een klein mannetje in de kring tegenover mij beschrijft de bevalling van zijn eerste kind met zoveel geestige details dat de daad op zich nog meer tot een kunst wordt verheven dan voorheen. Ik ben nu op mijn gemak en houd mijn grap “Hi, my name is Rutger and I’m an alcoholic” maar op zak. Voorlopig is onze alfaleider bekend.

De daadwerkelijke groepsleider neemt het vanaf daar over. In haar derde zin geeft de fysiotherapeute aan 3 kinderen op 3 totaal verschillende manieren op de wereld te hebben gezet. Een slimme zet, die haar meteen standing geeft in ons gezelschap. (Je hoeft immers ook niet van je oma te horen hoe je de harde schijf van je laptop moet formatteren). Vervolgens krijgen we een slideshow te zien van de geboorte van een spierwit kind uit een even zo witte baarmoeder. Ik heb nooit geweten dat Bernini zich zo gedetailleerd met de in- en uitwendige spildraai bezighield! Het zijn in elk geval duidelijke en realistische plaatjes, van ontsluiting tot aan hechting. Toch krijg ik bij de laatste slides het gevoel dat ik een boek aan het lezen ben waarvan de verfilming zonder overleg met de schrijver gaat plaatsvinden. Maar misschien komt dit ook wel door de vele verhalen die vanuit de groep worden gespuid, door andere ervaringsdeskundigen.

Aanvankelijk denk je nog: “ja ja, lekker interessant die huis-, tuin- en keukenverhalen van je” of “laat het ons lekker zelf uitvogelen” (alsof het hier gaat om een fotografiecursus), maar al gauw probeer je er je voordeel mee te doen. Deze les is met geen enkele andere les, die ik tot dusver heb gehad, te vergelijken. Menig middelbare school docent - die ik het leven heb zuur gemaakt - zou jaloers zijn op de toewijding van deze klas.

De theorie zit er op en we mogen aan de slag. De vorige keer dat dit aan ons werd verteld, ging ik daaropvolgend 18 meter onder de zeespiegel achter barracuda’s aan en vice versa. Maar deze keer is er geen ontsnapping mogelijk. Vanuit de veilige kring worden we verzocht de gymzaal in te gaan. Ook hierin wordt schrijnend duidelijk welke echtparen hier al eerder zijn geweest en welke niet. Links naast ons en schuin tegenover ons worden van huis meegenomen handdoekjes op matten gelegd waar ook nog eens zonder schoenen op wordt gestapt. Ineens realiseer ik me dat ik vanochtend een paar sokken met minimaal één gat erin heb aangetrokken. Nadat ik mijn vochtige leren zolen op de rode mat heb geplaatst merk ik tot mijn geluk dat ik niet de enige ben. We gaan door het oog van de naald.

Nu iedereen onderuitgezakt tegenover elkaar zit begint het staren weer van voren af aan. Ik tuur naar buiken, sommige breed en andere puntig. Zonder het te willen kijk ik net iets te lang naar de borsten van mijn overbuurvrouw om me stiekem af te vragen of ze nu al in hun voor borstvoeding volgroeide vorm zijn… Een begrijpende maar indringende blik van mijn seksegenoot daar vlak achter doet hier abrupt een einde aan komen. Daarmee is mijn aandacht meteen weer gericht op onze juf.

“Nu komt het dan”, zegt ze met een (door haar zelf) onovertroffen glimlach. Het onderdeel waar de les haar naam aan ontleent: puffen, of liever gezegd meepuffen. Door alle indrukken ben ik volledig vergeten waar alle grappen voorafgaand aan de les over gingen. Puffen, het ritme, inademen en in 7 keer uitademen, met als ezelsbrug: “altijd is Kortjakje ziek” of het nog vrolijkere “deze wee komt nooit meer t’rug”. We leren ons bewust te worden van ons ademen. Meepuffen is alleen nodig als je vrouw het ritme helemaal kwijt is. “Dat gaat mijn vrouw natuurlijk nooit gebeuren”, hoor ik alle andere mannelijke leken met mij denken en hopen. Om de volgende gedachte: “toch fijn dat ik nu wel ongeveer weet wat te doen” stilzwijgend voor ons te houden.

Met Kortjakje in mijn hoofd bedank ik de juf voor haar onvergetelijke les en loop ik met mijn zwangerona en haar lotgenoten de trap af naar de uitgang. Je voelt dat deze saamhorige groep voor altijd uit elkaar gaat vallen en denkt aan alle avonturen die iedereen na vanavond staan te wachten. Het moment van afscheid wordt nog even uitgesteld omdat de deur op slot zit. Onze alfaleider heeft zijn roedel nog even bij elkaar. Maar mijn late grap: “ik zal Mirna even vragen om de deur te ontsluiten”, doet ook daaraan een einde toekomen.

Buiten verstomt ons lachen en is er de bewustwording… nog 4 weken… (en 2 uur).

Labels:

Powered by Blogger

© 2010 Datzodoende - All rights reserved